Deze website maakt gebruik van Cookies

We gebruiken cookies om de website goed te laten functioneren, om functies voor social media te bieden en om ons websiteverkeer te analyseren. Meer informatie vindt u in de privacyverklaring.

Ik ga akkoord met het plaatsen van cookies voor:

Noodzakelijke functionaliteiten en anonieme statistieken

Europese Blauwe Kaart vs. Kennismigrant: Wat zijn de verschillen?

Door Thomas van Estrik

Met de volledige implementatie van de nieuwe Richtlijn Europese Blauwe Kaart afgelopen jaar, waarover we in juli 2024 een blog publiceerden, is de Europese Blauwe Kaart een interessant alternatief geworden voor de kennismigrantenvergunning. Hoewel beide regelingen gericht zijn op het faciliteren van arbeidsmigratie van hoogopgeleide werknemers, bestaan er belangrijke verschillen. In dit artikel zetten we acht verschillen op een rij.

1. Toelatingseisen

Diploma’s en ervaring

Zowel voor de Europese Blauwe Kaart als voor de verblijfsvergunning als kennismigrant geldt dat alleen hooggekwalificeerde kenniswerkers in aanmerking komen. Voor de Blauwe Kaart moet de aanvrager daarbij zijn kwalificaties aantonen met een relevant diploma of met aantoonbare werkervaring. Bij de kennismigrantenregeling is dit geen vereiste.

Looncriterium

Het ‘normale’ looncriterium voor de Blauwe Kaart en voor de kennismigrantenverblijfsvergunning is inmiddels gelijkgetrokken. In 2025 is dit €5.688 bruto per maand, excl. vakantiegeld. Het looncriterium voor werknemers jonger dan 30 jaar ligt voor de verblijfsvergunning als kennismigrant wel lager (momenteel €4.171), terwijl deze categorie voor de Blauwe Kaart niet bestaat.

Ook voor recent afgestudeerden ligt het looncriterium van de verblijfsvergunning als kennismigrant lager: €2.989. Voor de Europese Blauwe Kaart is dit €4.551. Maar voor de toepassing van het looncriterium voor recent afgestudeerden van universiteiten buiten Nederland is de Blauwe Kaart weer soepeler. Voor de kennismigrantenvergunning is namelijk vereist dat de werknemer maximaal drie jaar voorafgaand aan de aanvraag moet zijn afgestudeerd aan een universiteit in de top 200 van de wereld. Voor de Blauwe Kaart maakt dit niet uit.

2. Erkend referentschap werkgever

Een belangrijke voorwaarde voor de kennismigrantenvergunning is dat de werkgever erkend referent moet zijn bij de IND. Dit is een speciale status die werkgevers bij de IND kunnen aanvragen. De IND beslist ook sneller op aanvragen via erkend referenten. Voor de aanvraag van een Blauwe Kaart geldt deze eis niet. Dit maakt de Blauwe Kaart een optie voor meer werkgevers.

3. Mobiliteit binnen de EU

Een groot voordeel van de Blauwe Kaart is de mobiliteit binnen de EU. Houders van een Blauwe Kaart kunnen zowel op korte als lange termijn in andere EU-lidstaten werken onder versoepelde voorwaarden. Dit biedt meer flexibiliteit voor zowel een werknemer als voor een werkgever met vestigingen in meerdere EU-landen.

4. Langdurig verblijf

Houders van een Blauwe Kaart die gebruik hebben gemaakt van langetermijnmobiliteit, komen eerder in aanmerking voor de status van EU-langdurig ingezetene. Dit biedt deze werknemers meer zekerheid voor de lange termijn. Bovendien mag een persoon met de status van EU-langdurig ingezetene als voormalige Blauwe Kaarthouder langer (24 maanden) afwezig zijn van het grondgebied van de EU dan personen die deze status hebben verkregen na een verblijfsvergunning als kennismigrant (12 maanden).

5. Zoekperiode bij werkloosheid

Zowel kennismigranten als houders van een Blauwe Kaart hebben bij werkloosheid recht op een zoekperiode van maximaal drie maanden, zolang hun verblijfsvergunning nog minstens drie maanden geldig is. Is iemand twee jaar in het bezit geweest van een Blauwe Kaart, dan wordt deze periode verlengd naar zes maanden. Als de Blauwe Kaart niet voor de volledige zes maanden meer geldig is, kan deze voor het zoeken naar werk worden verlengd.

6. Ziekte en inkomensdaling

Kennismigranten die door ziekte tijdelijk onder het vereiste looncriterium komen, lopen het risico dat hun verblijfsvergunning wordt ingetrokken. Voor houders van een Blauwe Kaart geldt daarentegen dat zij gedurende de eerste twaalf maanden van ziekte een lager inkomen mogen hebben zonder dat hun verblijfsstatus direct in gevaar komt.

7. Gezinshereniging en inburgering

Wanneer kennismigranten naturaliseren of een permanente verblijfsvergunning verkrijgen, moet hun partner, als deze mvv-plichtig is, in het buitenland een inburgeringsexamen afleggen. Bij houders van een Blauwe Kaart die een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetene hebben verkregen, geldt deze verplichting niet.

8. Collegegeld voor kinderen

Tot slot is er ook een financieel verschil voor het gezin. Kinderen van Blauwe Kaarthouders betalen het wettelijk collegegeld (€2.601 voor collegejaar 2025-2026). Dit is aanzienlijk lager dan het instellingscollegegeld (variërend tussen €10.000 – €20.000) dat van toepassing is op kinderen van kennismigranten.

Welke optie kies ik als werkgever?

Hoewel de kennismigrantenregeling voornamelijk vanwege de lagere inkomensnormen voor jonge werknemers vooralsnog de meest gekozen optie blijft, biedt de Europese Blauwe Kaart op andere punten meer flexibiliteit en voordelen op de lange termijn. De juiste keuze hangt daarmee af van de situatie van zowel de werkgever als de werknemer.

Heeft u vragen over de verblijfopties voor uw (aanstaande) internationale werknemers? Neem dan contact met ons op.  

Neem contact op

Neem contact op

Aanmelding nieuwsbrief