De Raad van State doet uitspraak over beëindiging van tijdelijke bescherming voor niet-Oekraïense derdelanders

De Raad van State, de hoogste bestuursrechter in Nederland, heeft uitspraak gedaan in de pilotzaken over de beëindiging per 4 september 2023 van de tijdelijke bescherming in Nederland voor niet-Oekraïense derdelanders met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne.

De Raad van State oordeelt dat de staatssecretaris deze tijdelijke bescherming niet mocht beëindigen per 4 september 2023. Door deze specifieke groep in maart 2022 onder de reikwijdte van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming te brengen, werden zij onderworpen aan dezelfde regels als andere begunstigden van de Richtlijn, waaronder Oekraïners. Onder die reikwijdte vallen ook de bepalingen met betrekking tot de duur van de tijdelijke bescherming.

Echter, de Raad van State oordeelt ook dat de tijdelijke bescherming voor deze groep automatisch zal eindigen op 4 maart 2024. Volgens de Raad van State volgt uit de bepalingen van de richtlijn dat na de initiële twee jaar een uitvoerend besluit van de Europese Raad nodig is om de tijdelijke bescherming met nog eens een jaar te verlengen  tot 4 maart 2025.

Dit besluit is door de Europese Raad genomen op 19 oktober 2023, toen Nederland al was gestopt met het bieden van tijdelijke bescherming aan niet-Oekraïners met een tijdelijke Oekraïense verblijfsvergunning. Als gevolg daarvan is de groep niet-Oekraïners die eerder tijdelijke bescherming had ontvangen naar het oordeel van de Raad van State, uitgesloten van deze verlengingsbeslissing.

Everaert Advocaten bestudeert momenteel de uitspraak van de Raad van State om de gevolgen voor lopende zaken vast te stellen.

Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met Lotte van Diepen of Thomas van Houwelingen-Boer.