Wijziging openbare ordebeleid naturalisatie

Een naturalisatie- of optieverzoek kan worden afgewezen, als iemand een gevaar vormt voor de openbare orde. Naar aanleiding van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 30 augustus 2023 heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het openbare ordebeleid bij optie en naturalisatie aangepast.

Voorheen kon een verzoek om het Nederlanderschap worden afgewezen als in vijf jaar direct voorafgaand aan het verzoek een taakstraf of een strafbeschikking, transactie of geldboete van € 810,- wegens een veroordeling voor een misdrijf was opgelegd of ten uitvoer was gelegd. Voor de beoordeling van het gevaar van de openbare orde maakt het niet uit hoeveel uur taakstraf aan de betrokkene is opgelegd.

Hier komt nu verandering in. Vanaf 1 maart 2024 geldt dat de verlening/verkrijging van het Nederlanderschap wordt geweigerd indien de betrokkene direct voorafgaande aan het naturalisatie- of optieverzoek of de beslissing daarop:

• Een taakstraf ter zake van een misdrijf is opgelegd of ten uitvoer is gelegd van 36 uur of meer, dan wel meerdere taakstraffen van 18 uur of meer, met een totaal van 54 uur of meer;
• Een strafbeschikking, transactie of geldboete van minimaal € 900,– , of als er in de periode van vijf jaren direct voorafgaande aan het verzoek of de beslissing daarop meerdere strafbeschikkingen, transacties of geldboeten van minimaal € 450,– zijn uitgevaardigd, opgelegd of betaald, met een totaal van € 1.350,– of meer;
• Als een proeftijd is verbonden aan een voorwaardelijke taakstraf lager dan de ondergrens dan vormt dit geen belemmering voor naturalisatie/optie. Dit was al het geval bij een voorwaardelijke strafbeschikking, transactie of geldboete lager dan de ondergrens.

Heeft u een strafblad en vraagt u zich af of u in aanmerking komt voor het Nederlanderschap? Voor meer informatie over de voorwaarden voor naturalisatie of optie kunt u contact opnemen met ons opnemen.