Deze website maakt gebruik van Cookies

We gebruiken cookies om de website goed te laten functioneren, om functies voor social media te bieden en om ons websiteverkeer te analyseren. Meer informatie vindt u in de privacyverklaring.

Ik ga akkoord met het plaatsen van cookies voor:

Noodzakelijke functionaliteiten en anonieme statistieken

Nieuw beoordelingskader wijziging persoonsgegevens in de BRP

In de uitspraak van 22 oktober 2025 [1] heeft de Afdeling het vernieuwd beoordelingskader kenbaar gemaakt. Het vernieuwd beoordelingskader bevat enkele wijzigingen ten opzichte van het beoordelingskader dat in de Afdelingsuitspraak van 4 mei 2022 [2] uiteen is gezet. De wijziging bevat de volgende vijf punten.

1. Duidelijkheid begrip ‘nadere bewijsmiddelen’

De Afdeling heeft het kader voor de rangorde van brondocumenten gewijzigd en duidelijkheid gegeven over het begrip ‘nadere bewijsmiddelen’. Het is niet vereist dat voor toewijzing van een rectificatieverzoek brondocumenten van hogere orde worden verstrekt dan het document of de verklaring op grond waarvan de eerdere inschrijving heeft plaatsgevonden. Brondocumenten van dezelfde orde kunnen ook voldoende zijn.

Wanneer bij een rectificatieverzoek ook nadere bewijsmiddelen zijn aangeleverd zoals een DNA-verwantschapsonderzoek, of een gezichtsvergelijkend onderzoek, is niet vereist dat deze ook ten grondslag hebben gelegen aan de brondocumenten die bij het rectificatieverzoek zijn verstrekt.

2. Notariële verklaringen

De Afdeling heeft uitleg gegeven over notariële verklaringen en, specifiek voor Chinese documenten, over PSB-verklaringen. Wanneer notariële verklaringen waaruit niet op te maken is op welk onderzoek of document zij zijn gebaseerd door Bureau Documenten als ‘echt’ worden beoordeeld, betekent dat niet dat de notariële verklaring overeenkomstig plaatselijke voorschriften is opgemaakt. Een echt bevonden notariële verklaring is daarom niet zonder meer een c-document. De Afdeling heeft uiteengezet welke stappen burgers moeten ondernemen om PSB-verklaringen aan te leveren ter onderbouwing van hun rectificatieverzoek. De burger kan twee identieke PSB-verklaringen opvragen, waarvan één door de notaris wordt gecertificeerd en ingenomen. De aanvrager kan vervolgens de originele PSB-verklaring en de notarieel gecertificeerde PSB-verklaring in kopie samen aanleveren bij het college. Een op zichzelf staande originele PSB-verklaring – dus zonder certificering door de notaris – kan niet als brondocument gelden.

De Afdeling heeft mede naar aanleiding van de inbreng van de meedenkers in de amicus-curiaeprocedure duidelijkheid gegeven over de bewijswaarde van niet originele hukou’s. Het kan niet van burgers worden verlangd dat zij tegen de Chinese wetgeving in een hukou uit China meenemen. Colleges kunnen zich daarom niet op het standpunt stellen dat een hukou geen brondocument is alleen omdat deze in kopie is aangeleverd. Al deze punten gaan over de vraag of een document moet worden aangemerkt als brondocument en dus ligt de bewijslast in beginsel bij de aanvrager.

3. Beoordelingskader paspoorten

De Afdeling heeft het beoordelingskader voor paspoorten verduidelijkt en heeft het beoordelingskader gewijzigd voor Chinese paspoorten die een paspoort van voor 2012 vervangen. Als het college de gegevens uit een echt bevonden paspoort niet wil volgen, zal het aannemelijk moeten maken dat er kennelijk geen behoorlijk onderzoek heeft plaatsgevonden. Aan de individuele aanvraag te relateren omstandigheden kunnen, eventueel in samenhang met twijfels over de algemene afgiftepraktijk, hiervoor voldoende zijn. Het enkele feit dat een paspoort een Chinees paspoort van vóór 2012 vervangt is onvoldoende om van kennelijk onbehoorlijk onderzoek bij afgifte van het vervangende paspoort te spreken.

Zoals in de 4-mei-uitspraak is overwogen, geldt dat in beginsel van de juistheid van de gegevens in een door de bevoegde autoriteit afgegeven paspoort moet worden uitgegaan. Dit uitgangspunt geldt ook voor Chinese paspoorten afgegeven na 2012 die een paspoort van vóór 2012 vervangen.

4. Bewijswaarde dubbele legalisatie

De Afdeling heeft naar aanleiding van de inbreng van de meedenkers in de amicus-curiaeprocedure aanleiding gezien de bewijswaarde van dubbele legalisatie van documenten te herzien. Het is niet langer zo dat dubbele legalisatie een aanwijzing is dat van de juistheid van de inhoud van de documenten kan worden uitgegaan. Wel blijft gelden dat legalisatie door buitenlandse autoriteiten van betekenis kan zijn voor de bevoegdheid van de persoon die het document heeft opgemaakt.

5. Verhouding evenredigheidsbeginsel

Tot slot heeft de Afdeling uiteengezet hoe rectificatieverzoeken op grond van de Wet brp zich verhouden tot de recente rechtspraak over het evenredigheidsbeginsel. De Afdeling stelt vast dat de wetgever bewust strakke spelregels heeft opgesteld voor het wijzigen van gegevens in de brp. Omstandigheden zoals de onmogelijkheid een reisdocument op naam van de gestelde identiteit te krijgen of de onmogelijkheid aanspraak te maken op voorzieningen die horen bij de gestelde leeftijd zullen daarom in de regel niet kunnen leiden tot een succesvol beroep op schending van het evenredigheidsbeginsel.

Heeft u vragen over de gevolgen van deze wijzigingen voor u? Neemt u dan contact met ons op.

Neem contact op

Neem contact op

Bron: Nieuwsbericht Raad van State, gepubliceerd 22 oktober 2025 Nieuw beoordelingskader bij verzoeken tot wijziging basisregistratie personen – Raad van State


[1] RvS 22 oktober 2025, ECLI:NL:RVS:2025:4980

[2] RvS 4 mei 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1198

Aanmelding nieuwsbrief