De Raad van State heeft geoordeeld dat de Inspectie SZW bij een controle in het kader van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) heeft gediscrimineerd en heeft de opgelegde boete vernietigd.
De inspecteur had op grond van het donkere haar en de getinte huidskleur van de aanwezige personen het vermoeden dat zij vreemdelingen waren. Hij heeft hen om die reden om identificatie gevraagd. Ter plekke aanwezige blanke personen is niet om identificatie gevraagd. Dit is volgens de Raad van State een ongeoorloofd onderscheid op basis van uiterlijke kenmerken en in strijd met artikel 1 van de Grondwet. Nu de verklaringen van de vreemdelingen op onrechtmatige wijze zijn verkregen, mogen ze niet als bewijs worden gebruikt en vernietigt de Raad van State de opgelegde boete.
Klik hier voor de uitspraak.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Bram van Melle.