Op 12 februari 2020 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in zes zaken van mensen die hun Nederlanderschap van rechtswege hebben verloren omdat zij met dubbele nationaliteit langer dan tien jaar buiten Nederland of de Europese Unie woonden en in die tijd hun Nederlandse paspoort niet hebben verlengd.
De Afdeling heeft bepaald dat de minister van Buitenlandse Zaken in individuele gevallen moet onderzoeken welke gevolgen het automatische verlies van het Nederlanderschap en daarmee het burgerschap van de Europese Unie heeft. Het gaat hierbij volgens de Afdeling om concrete en voorzienbare gevolgen “uit het oogpunt van EU-recht” op het moment van het verlies. Als deze gevolgen onevenredig zijn, moeten mensen met terugwerkende kracht weer Nederlander kunnen worden.
Wat deze uitspraak in de praktijk betekent, leest u in dit blog.